Op welke wijze dient de rechter te beoordelen of een ontslag op staande voet onverwijld is gegeven, indien de dringende reden bestaat in een samenstel van gronden waarnaar de werkgever voorafgaand aan het ontslag onderzoek heeft laten doen?
Vermoedt de werkgever dat de werknemer is betrokken bij onregelmatigheden, heeft hij onderzoek ingesteld naar de gegrondheid daarvan en volgt uit onderzoek achtereenvolgens diverse feiten die voor de werkgever aanleiding hebben gevormd de werknemer op staande voet te ontslaan, dan zal de rechter ter beantwoording van de vraag of het ontslag onverwijld is gegeven, moeten beoordelen of
de werkgever voldoende voortvarend onderzoek heeft verricht of laten verrichten naar de vermoede betrokkenheid bij onregelmatigheden;
het onderzoek voldoende voortvarend is uitgevoerd;
de werkgever zich voldoende voortvarend van de, ook tussentijdse, bevindingen uit het onderzoek op de hoogte heeft gesteld; en
de werkgever na kennisneming daarvan voldoende voortvarend is overgegaan tot het ontslag op staande voet.
Bij de beoordeling van dit laatste kan de rechter in voorkomend geval betrekken of de tussentijdse resultaten van het onderzoek rechtvaardigen dat nader onderzoek is gedaan voordat is overgegaan tot het ontslag op staande voet.
Voor zover de werkgever de aan het licht gekomen feiten als een samengestelde dringende reden aan het ontslag ten grondslag heeft gelegd, zal de rechter moeten onderzoeken of ten aanzien van dat samenstel voldoende voortvarend is gehandeld.
Een voor allen. Allen voor een.
Comentarios