top of page
Writer's pictureJoost van Ladesteijn

Adviesrecht ondernemingsraad ook bij GEBRUIKELIJKE groepsgewijze inleen van arbeidskrachten


Rechtsvraag

Dient een besluit tot het groepsgewijze inlenen van uitzendkrachten door het aangaan (of verlengen) van raamovereenkomsten met uitzendbureaus op grond van artikel 25 lid 1 aanhef en onder g Wet op de ondernemingsraden ter advisering aan de ondernemingsraad te worden voorgelegd, ook als het gaat om een voor de onderneming gebruikelijke groepsgewijze aantrekking van arbeidskrachten?


Hoge Raad

Ja, zeker!


Aangenomen moet worden dat de ondernemingsraad een adviesrecht toekomt ten aanzien van elk voorgenomen besluit tot het groepsgewijze inlenen van arbeidskrachten.


"Noch de tekst van deze bepaling, noch de wetsgeschiedenis, waarin slechts in algemene zin is gewezen op de bijzondere problemen die het groepsgewijze inlenen van arbeidskrachten voor de goede gang van zaken binnen de onderneming kan oproepen, biedt steun voor de door de Ondernemingskamer gehuldigde rechtsopvatting dat het “voor toepasselijkheid van het adviesrecht moet (…) gaan om een afwijking van het gebruikelijke aantrekkingsbeleid, dus een voor de onderneming ongewone groepsgewijze aantrekking van werknemers”


Praktijk

De ondernemingsraad heeft ook adviesrecht bij het aangaan van nieuwe raamovereenkomsten welke strekken tot het groepsgewijze inlenen van arbeidskrachten. Doet de ondernemer dit niet, dan is het besluit kennelijk onredelijk.


Impact

Naast de verklaring dat de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen, kan ingevolge artikel 26 lid 5 van de Wet op de ondernemingsraden de Ondernemingskamer voorts bij een gegrond beroep, indien de ondernemingsraad daarom heeft verzocht, een of meer van de volgende voorzieningen treffen:

  • het opleggen van de verplichting aan de ondernemer om het besluit geheel of ten dele in te trekken, alsmede om aan te wijzen gevolgen van dat besluit ongedaan te maken;

  • het opleggen van een verbod aan de ondernemer om handelingen te verrichten of te doen verrichten ter uitvoering van het besluit of van onderdelen daarvan.


Een voorziening van de Ondernemingskamer kan door derden verworven rechten niet aantasten. Een partij die echter betrokken was bij de wijze waarop de besluitvorming en het overleg met de ondernemingsraad heeft plaatsgevonden, kan geen beroep doen op deze derdenbescherming.

Comentários


bottom of page